De appel (Malus domestica)
Algemeen
Appels zijn de vlezige vruchten van appelbomen (geslacht Malus), die vooral op het noordelijk halfrond voorkomen. In de lente staat de appelboom in bloei en draagt hij bloesems. Deze bloesems groeien uit tot vruchten, die vervolgens in de herfst rijp worden. Wereldwijd bestaan er meer dan 7500 gekende appelsoorten. De appelboom was waarschijnlijk de eerste boom die door de mens gecultiveerd werd, en appels blijven een belangrijke bron van voedsel in koelere klimaten. Meer dan andere vruchten (behalve mogelijk citrusvruchten) kan men appels maandenlang bewaren, zonder een grote afname van voedingswaarde.
Botanische informatie
De wilde voorvader van de appel (Malus domestica) is Malus sieversii. Deze heeft geen Nederlandstalige naam, maar is gekend in Kazakstan, waar hij bekend is als "alma". De appel die wij kennen bestaat uit drie lagen, maar soms vormen twee of drie lagen één geheel en zijn ze afzonderlijk niet meer te herkennen. Zo zijn bij de appel het exocarp en mesocarp niet meer van elkaar te onderscheiden en vormen gezamenlijk met de opgezwollen bloembodem het vruchtvlees. Het klokhuis is het endocarp met daarin de zaadjes (pitjes) en in het midden de vaatbundel naar het steeltje. De appelaar kan zichzelf niet bevruchten, en is dus afhankelijk van insecten om het stuifmeel over te dragen.
Appel en mens
Commerciële appels
Populaire appelsoorten zijn zacht maar knapperig. Andere gewenste eigenschappen bij het moderne commerciële appelkweken zijn een kleurige schil, lange bewaartijd, hoog rendement, weerstand tegen ziekten, de typische appelvorm en een populaire smaak. Ook de bruine, harde laag die bij niet-commerciële appels vaak (gedeeltelijk) over de schil heen ligt, probeert men in de fruitteelt te vermijden.
Oude soorten zijn vaak vreemd gevormd, en hebben een grote variëteit aan texturen en kleuren. Velen hebben een geweldige smaak (vaak beter dan de commerciële soorten), maar missen de noodzakelijke eigenschappen om rendabel op grote schaal gekweekt te kunnen worden. Sommige oude soorten worden op grote schaal geproduceerd, maar de meesten worden door liefhebbers of kleine boeren gekweekt. Intussen zijn er echter campagnes voor het behoud van oude appelsoorten op gang gekomen.
De appel in de voeding
Appels kunnen ruwweg onderverdeeld worden op basis van hun smaak (zuur, zoet,..) en textuur (hard, zacht). Toepassingen in de keuken en bij bakrecepten komen ook veel voor, vooral bij desserts als taart, cake of pannenkoeken. Verschillende producten worden gemaakt van (onder andere) appels, zoals appelsap, appelcider, appelmoes en appelstroop De appel is ook zeer populair als rauwe snack omdat hij niet geschild hoeft te worden en gemakkelijk mee te nemen is.
Weetje: appelsap en urine
Doordat appelsap visueel moeilijk te onderscheiden is van menselijke urine, wordt het veelvuldig in films en practical jokes gebruikt. Ook wetenschappers gebruiken deze gelijkenis: kinderen van verschillende leeftijden krijgen in een experiment appelsap te drinken uit een gloednieuwe pispot. Tot een bepaalde leeftijd zien de kinderen hier geen graten in, maar zodra een bepaalde ontwikkeling in hun cognitie plaatsgevonden heeft, vinden ze het idee afstotelijk en weigeren ze.
Appel en gezondheid
“An apple a day keeps the doctor away.”
-Engels gezegde
Onderzoek wijst uit dat het eten van appels de kans op darm-, prostaat- en longkanker significant vermindert. Zoals veel vruchten, bevat de appel Vitamine C en andere antioxidanten die de beschadiging van DNA tegen gaan. De zaden zijn lichtjes giftig, maar pas bij consumptie van zeer grote hoeveelheden. De appel is echter -in tegenstelling tot wat velen denken- niet goed voor de tanden, want op lange termijn en bij overmatig gebruik, tasten het zuur en de suikers in de appel de tandsteen aan.
De appel in onze cultuur
Doordat de appel reeds zo lang deel uit maakt van onze voeding, is hij sterk verankerd in onze cultuur. In Bijbelse context doet de appel dienst als verboden vrucht, waarmee Eva de toorn Gods op de mensheid deed neerdalen. Ook in vele gezegden komt de appel voor: “de appel valt niet ver van de boom”, “voor een appel en een ei”, “een appeltje voor de dorst”...